Ga naar de inhoud
Home » Blog » Glycemische index

Glycemische index

Wat is de glycemische index?

De glycemische index zegt iets over de snelheid waarmee koolhydraten in de darm worden verteerd en als glucose in het bloed worden opgenomen. Als 2 producten worden gegeten met waar evenveel koolhydraten in zitten, kan bij het ene product sneller meer glucose in het bloed komen dan bij het andere. De zogenaamde glycemische respons verschilt. Daarom wordt ook wel gesproken over ‘snelle’ en ‘langzame’ koolhydraten. De bereiding van producten heeft ook een invloed op de glycemische waarde, zie worteltjes in beide categorieën. het wil niet direct zeggen dat het niet gezond is als het in de rode rij staat. Maar voor je bloedsuikerspiegel en dus alvleesklier is het minder gewenst. Blijf altijd zelf nadenken: op internet vind je nog steeds verschillende waarden omdat niet iedereen de waarden op dezelfde manier berekent.


Overzicht langzame en snelle koolhydraten

GI          Slechte koolhydraten

110        Maltose (Bier)
103        Dadelstroop
100        Glucose/dextrose/druivensuiker
95          Aardappels uit de oven, frites
95          Rijstebloem
95          Gemodificeerd zetmeel
90          Aardappelpuree, chips
85          Honing
85          Zeer wit brood (hamburger)
85          Gekookte wortelen
85          Cornflakes, popcorn
85          Druivensap, gedroogde dadels
85          Snelkookrijst, rijstwafel, gepofte rijst
80          Tuinbonen (gekookt)
80          Chips
80          Tapioca meel (Cassave)
80          Gedroogde dadels
70          Pompoen, watermeloen
70          Suiker
70          Wittebrood (stokbrood)
70          Ontbijtgranen (met geraffineerde
suiker)
70          Candybars
70          Gekookte aardappel, meiknolletjes,
koolraap
70          Cola, frisdranken
70          Koekjes
70          Witte rijst
70          Noedels, ravioli
65          Couscous
65          Jus d’orange (industrieel)
65          Rozijnen
65          Bruin brood
65          Aardappels in de schil
65          Rode biet
65          Jam met suiker
60          Verse dadels
60          Griesmeel
60          Langkorrelige geraffineerde rijst
60          Banaan, meloen, lychees
55          Witte pasta, zacht gekookt
55          Zandgebak

GI          Goede koolhydraten

50          Bruinbrood verrijkt met extra zemelen
50          Boekweitmeel, boekweitflensjes
50          Zilvervlies rijst, basmati rijst
50          Erwtjes uit blik
50          Bataat, mango
50          Volkoren pasta
45          Capucijners
45          Spaghetti, al dente
45          Gekookte bulgur
40          Druiven
40          Verse doperwtjes
40          Lonton, ketan (indonesische kleefrijst)
40          Chinese kleefrijst
40          Vers geperst sinaasappelsap
40          Biologische appelsap
40          Ontbijtgranen (volkoren, zonder
suiker)
40          Pompernikkel (donker roggebrood)
40          Volkoren roggebrood, volkoren
tarwebrood
40          Volkorenpasta (al dente)
40          Bruine bonen
35          Vijgen, gedroogde abrikozen
35          Chinese mie (van mungoboon)
35          Indiaase wilde mais
35          Wilde rijst
35          Quinoa
35          Sinaasappel, peer
30          Rauwe wortelen
30          Melkproducten
30          Witte bonen
30          Bruine en gele linzen
30          Kikkererwten
30          Perzik, appel
30          Sperziebonen
30          Soja vermicelli
22          Vruchtenjam zonder suiker
22          Groene linzen
22          Bittere chocolade (min. 72% cacao)
22          Gele en groene spliterwten
22          Kers, pruim, grapefruit
20          Fructose
20          Soja bonen, gekookt
15          Tofu/tahoe
15          Walnoten, pinda’s
15          Verse abrikozen
15          Knolselderij
10          Ui, knoflook, bladgroente, tomaten,
aubergines etc

De G.I. is een indicatie. Waarschijnlijk weet je het ook wel, alleen lijken we het te zijn vergeten. Eerlijk eten en eten dichtbij de oorspronkelijke waarde van het voedsel. Een voorbeeld is bijvoorbeeld aardappelen (met schil), aardappelpuree en gebakken aardappelen.

Een appel is een ander voorbeeld. Niet alleen geeft de appel ons een schat aan essentiële fytonutriënten. De appel is tegelijkertijd ook in de juiste portie. Probeer 5 tot 6 kleinere maaltijden op een dag te eten. De porties zijn dan ter grootte van je vuist.

Tenslotte heeft je lichaam alle bouwstenen nodig. Dus eiwitten, vetten & koolhydraten, vitamine en mineralen (fytonutriënten). Een van de drie weg laten is niet aan te raden. Vetarm is niet handig aangezien je de vetten nodig hebt om je vitaminen op te nemen en te transporteren. Het is niet het vet wat ons dik maakt, maar de suikers en de loze koolhydraten. De laatste jaren lijkt ons voedsel vooral uit fabrieksvoedsel te bestaan. Enkel eenvoudige snelle en veelal loze koolhydraten. Vandaar ook de term fast food.